Onze ‘eigen’ burgemeester René Verhulst (60) behoeft natuurlijk weinig introductie. Wél bevragen we hem graag op zijn CDA-loopbaan, nu we vieren dat het CDA veertig jaar bestaat.
“40!” begint burgemeester Verhulst, “dat betekent dat ik ruim 40 jaar lid ben nu. In mijn studietijd in Utrecht rond 1980 ging ik wel eens naar CDJA-bijeenkomsten. Toen ik in Utrecht-West woonde en kinderen had, raakte ik actief betrokken bij de CDA-afdeling daar. Er was het nodige over verkeer te doen. In 1994 kwam ik in de Utrechtse raad, in 2000 werd ik wethouder bij tussentijdse verkiezingen, in 2005 stopte ik als wethouder. In 2010 werd ik burgemeester in Goes, in 2017 in Ede.”
Naastenliefde “We zijn nog steeds de partij van de mensen, vind ik. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen en naastenliefde moet voorop staan. Solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid heet het dan chic. Dat is positief. Wel vind ik dat we de rechtvaardigheid teveel hebben laten lopen door in de loop der jaren heel veel water in de politieke wijn te hebben gedaan bij thema’s zoals immigratie, inburgering, huisvesting en de basisbeurs.”
Radicaal midden Ondanks dat water ziet Verhulst de toekomst voor het CDA met vertrouwen tegemoet: “Naar aanleiding van de verkiezingen in de VS zag ik paginagrote CDA-advertenties. Rechts een foto van Trump, links van Biden en in het midden het CDA. Dat radicale midden en groen rechts spreekt me aan. Bij de huidige polarisatie moet je duidelijk voor het midden kiezen.”
Pragmatisch Kiezen voor het midden, hoe brengen we dat over, juist aan jongeren? “Door te komen met oplossingen voor de vragen waar zij mee bezig te zijn: ‘Hoe kan ik mijn opleiding betalen?’ ‘Waar kan ik mijn eerste huis vinden?’ Daarnaast ook die zingeving en naastenliefde. Dat onderscheidt ons toch van schreeuwers en kamergeleerden. En we moeten pragmatischer zijn als je het hebt over klimaat en stikstof. We mogen naar vermogen en met economische afwegingen een bijdrage leveren, maar we hoeven niet dat beste jongetje van de klas te zijn die de wereld belerend toespreekt.”