Dat het buitengebied van Ede bruist van bedrijvigheid, is bekend. Er is veel in beweging. Edese CDA’ers waren te gast bij drie agrariërs om van hen te horen wat hen bezig houdt en wat hun ambities zijn. Bennekommer en Tweede-Kamerlid Evert Jan Slootweg vergezelde hen.
Het groene gezelschap viel maandagmiddag als eerste binnen bij Conny van den Top. Met haar man en drie kinderen heeft ze een pluimvee- en melkveehouderij in Lunteren. Conny is ook bestuurslid van de LTO, afdeling Gelderse Vallei. Ze kent mensen die nog steeds last hebben van fipronil, maar is daar zelf van gevrijwaard gebleven. Dat komt door de manier waarop de kippen worden gehouden: “Onze kippen zitten op een beun,” vertelt Conny.
“De mest wordt daaronder opgevangen in grote bakken, waarin mestkevers zich tegoed doen aan de mest. Deze kevers gaan ook bloedluis te lijf en vormen zo een natuurlijke manier van bloedluisbestrijding.”
Energieneutraal In Conny’s schuur zitten 5000 biologische kippen. Dan is een beun toegestaan. Bij veel grotere aantallen kippen moeten boeren verplicht anders gaan huisvesten, zo leren we. Jammer eigenlijk, want die grote schuren worden ontdaan van bloedluis met middelen die het werk van de mestkevers ondervangen. Conny’s biologische kippen zitten nu binnen als gevolg van de ophokplicht, en we laten hen met rust. We kijken wel even in de koeienstal, waar vorig jaar een stuk is aangebouwd. Op het dak liggen 148 zonnepanelen, waardoor het bedrijf zelfvoorzienend is geworden.
Gemengd
De tijd vliegt en we haasten ons naar de familie van Heerikhuize in Lunteren. Op dit grote, gemengde bedrijf worden zowel 250 koeien gemolken als 400 biologische varkens en duizenden vleeskuikens gehouden. Onvermijdelijk komt het gesprek op de actualiteit: de ‘fraudeboeren’ en het feit dat veel melkveehouders als gevolg van administratieve fouten bij de overheid op slot zijn gezet. Dat zit Jan van Heerikhuize hoog.
Tot slot gaan we naar meneer Bart van Santen in Otterlo. Hij is bezig zijn bedrijf (handel in kolen, grind, zand, gras, enz.) af te bouwen. Een heel proces, waarbij hij ook de geschiedenis niet onbenoemd laat: zijn ouders begonnen in 1933 (!) met het bedrijf.
Met een hoofd vol diverse indrukken gaan we huiswaarts, maar deze gedachte delen we: het Edese buitengebied is een gastvrij gebied om trots én zuinig op te zijn!