CDA Ede vindt het van groot belang dat hulpmiddelen zoals trapliften, rolstoelen of scootmobielen van ouderen en mensen met een beperking niet worden weggegooid na gebruik maar worden hergebruikt. Daarom wil het CDA beter inzicht krijgen in hoe er in de gemeente Ede mee om wordt gegaan.
Nog te vaak horen we via inwoners en de media voorbeelden van hulpmiddelen die na gebruik gewoon worden weggegooid of bij het grofvuil worden gezet. Dat is enorm zonde en onnodig. Op 21 november jl. stond er in de Telegraaf (een artikel) over een traplift die werd weggegooid nadat de gebruiker was overleden. De echtgenoot had graag van de traplift gebruik willen maken, maar mocht dat niet. De traplift werd verwijderd en weggegooid. Voor het CDA staat voorop dat zorggeld niet over de balk wordt gesmeten.
Het CDA vindt het belangrijk dat hulpmiddelen zoals trapliften, rolstoelen en scootmobiels niet worden weggegooid maar hergebruikt. Daarom wil onze fractie van het college van burgemeester en wethouders weten wat er met hulpmiddelen gebeurt nadat iemand verhuist naar een andere gemeente of overlijdt.
Daarom stellen de CDA-raadsleden Mark Obbink en Arie Vink de volgende vragen aan het college van burgemeester en wethouders:
1. Wie bepaalt of het hulpmiddel wordt ingenomen; de hulpmiddelenleverancier of de gemeente? 2. Hoe gaat de gemeente Ede om met hulpmiddelen die (moeten) worden ingenomen, bijvoorbeeld in verband met het overlijden van een persoon? 3. Hoe gaat de gemeente Ede om met hulpmiddelen als mensen verhuizen naar een andere gemeente? Wordt dat hulpmiddel dan ingenomen of kan dat worden ingenomen? 4. Wordt er door de gemeente onderzocht of het hulpmiddel kan worden hergebruikt? Dan wel in dezelfde situatie(hetzelfde huis) of een andere/nieuwe situatie? 5. Als het hulpmiddel wordt ingenomen wat doet de gemeente vervolgens met dat specifieke hulpmiddel?
De vragen moeten binnen 30 dagen worden beantwoord.
Comments